16.10.2023
De grillige vormgeving van het gebouw Valley is een eigenzinnige aanwinst voor de Amsterdamse Zuidas. Deze stadswijk is het grootste zakencentrum van Nederland, met een hoge dichtheid aan kantoorgebouwen. Vanwege de strategische ligging, nabij Schiphol en de binnenstad, wil de gemeente Amsterdam het gebied verder ontwikkelen. In de Visie Zuidas uit 2016 wordt niet enkel ingezet op het versterken van de (internationale) bedrijvenlocatie maar ook op het aantrekken van bewoners. De Zuidas moet naast zakendistrict ook een levendige woonwijk worden, met ruimte voor groen en water. Valley, een buitengewoon complex met kantoren en woongebouwen, combineert als het ware deze ambities.
Want wat Valley ook buitengewoon maakt is de prominente rol van beplanting aan de buitenkant van het gebouw. Gevarieerd groen aan de gevels eist de aandacht op: in de plantenbakken op de balkons, langs de trappartijen en op de binnentuinen op de vierde en vijfde verdieping.
We spraken met Michiel Huls, landschapsontwerper bij Deltavormgroep en Reinier van der Beek, projectleider en werkvoorbereider bij Wencop Hoveniers over het groenontwerp, de beplanting en de uitdagingen bij de aanleg en het onderhoud.
Computermodellen en digitale simulaties
Het architectenbureau MVRDV heeft Valley ontworpen en omschrijft het als een gebouw met meerdere gezichten. ‘De buitenkant van het gebouw heeft een schil van glad spiegelglas, die past in de context van het zakendistrict. Binnen dit omhulsel heeft het een heel andere, meer uitnodigende natuurlijke uitstraling, alsof het glazen blok is afgebrokkeld om binnenin ruige rotswanden te onthullen vol met natuursteen en groen.’ (mvrdv.com/projects/233/valley)
Het ontwerp van Valley is aan de hand van computermodellen en digitale simulaties uitgewerkt. Voor ieder appartement is uitgerekend wat de ideale ligging is, wat betreft geluidswering, daglicht, zonuren, uitzicht, terras en privacy. Deze innovatieve aanpak (parametrisch ontwerpen) heeft geleid tot 196 appartementen die qua ligging, oppervlakte en indeling allemaal van elkaar verschillen. De digitale techniek is doorgezet naar de verspringende gevels van de woontorens, waarin honderden unieke plantenbakken zijn geïntegreerd.
De bouw van Valley startte in 2017 en nam vier jaar in beslag. Vanaf de begane grond tot en met de 7e verdieping zijn kantoren, cultuurinstellingen, bedrijven en horeca gevestigd. Vanaf de 8e verdieping beginnen de woonlagen. Valley omvat 196 appartementen, verdeeld over drie torens die respectievelijk 67, 81 en 100 meter hoog zijn. De hoogste toren telt 27 verdiepingen. Ondergronds is een 3-laagse parkeergarage met ruimte voor 375 auto’s en 1850 fietsen.
De eerste bewoners en ondernemers namen eind 2021 hun intrek in het complex en in september 2022 was het volledig open.
Zigzaggend langs bos en bloeiende hellingen
Als je door je oogharen naar Valley kijkt, doet de ruimte tussen de woontorens denken aan een bloeiende vallei. Dit komt door de grillig aandoende natuurstenen gevels en het vele en gevarieerde groen dat in de gevels is geïntegreerd. ‘Dat is ook precies de reden waarom het gebouw Valley heet’. Aan het woord is Michiel Huls, landschapsontwerper bij Deltavormgroep. ‘Bezoekers kunnen via de natuurstenen trappen langs bloeiende hellingen zigzaggend omhoog lopen naar het centrumgebied van het complex, de ‘vallei’, op de 4e en 5e verdieping. We noemen dit ook wel de boszone, omdat de beplanting hier hoger en dichter is.’ Hier staan, naast vaste planten en siergrassen, forsere bomen en heesters met verschillende bladkleuren, vormen en bloeiwijzen. Te denken valt aan boomsoorten als Magnolia soulangeana, Liquidambar styraciflua, Pinus sylvestris en Nothofagus antarctica. Heesters die daar zijn aangeplant zijn onder meer Euonymus planipes, Paeonia lutea var. Ludlowii en Hamamelis x intermedia ‘Diane’.
Naast groen is ook gedacht aan water. In de vallei liggen twee grote dakramen die tevens dienst doen als ondiepe vijvers van in totaal 250m2. Huls: ‘Het groen en het water bieden tijdens zonnige en warme dagen verkoeling en schaduw en maken de vallei tot een prettige ontmoetingsplek.’ Hij voegt toe dat de 1e t/m de 6 verdieping openbaar toegankelijk zijn. ‘Iedereen kan daar van de beplanting en het uitzicht genieten.’
De matrix van Piet Oudolf
Voor het groenontwerp en beplantingsplan heeft de vermaarde landschapsarchitect Piet Oudolf getekend, waarbij hij heeft samengewerkt met het bureau van Huls. ‘De opbouw van het ontwerp volgt de vorm van het gebouw. Op de lagere verdiepingen (1 t/m 6) is de beplanting, met name de bomen en heesters, bossiger en zijn grotere formaten aangeplant. Hoe hoger de standplaats, hoe lager de beplanting.’ Vanaf de 7e verdieping staan, tussen de voor Oudolf kenmerkende vaste planten en siergrassen, ook bomen en struiken maar die blijven lager. Bovendien waren ze bij aanplant kleiner, zodat ze eerst goed kunnen wortelen. Er is gekozen om voornamelijk meerstammige bomen aan te planten, omdat deze beter bestand zijn tegen harde wind. De “boomgrens” ligt vanaf de 11e verdieping. Daarboven bestaat de beplanting uit heesters (onder andere diverse cornus- en salixsoorten), vaste planten en siergrassen. ‘Gekozen is voor sterke soorten, die bestand zijn tegen de zwaardere weersinvloeden, zoals de wind’, aldus Huls.
In alle gevallen zijn soorten geselecteerd die passen bij de uitstraling van het gebouw, rekening houdend met factoren als zonlicht, temperatuur, wind en onderhoud. Hiertoe heeft Oudolf een matrix ontwikkeld, waarin vaste combinaties worden afgewisseld met gevarieerde (solitaire) soorten, zodat voor elke locatie in het complex de juiste planten konden worden geselecteerd. Huls: ‘De uiteenlopende kleuren, vormen en bloeitijden zorgen jaarrond voor een mooi beeld. Dit is kenmerkend voor de ontwerpen van Piet Oudolf: hij selecteert soorten die ook in de herfst en winter een fraai en interessant beeld geven. Zoals hij zelf zegt, “bruin is ook een kleur”.’
Voor elke bak een beplantingsplan
Vanwege de grote verscheidenheid aan locaties van de plantenbakken (verdeeld over drie woontorens en 27 verdiepingen), de (groei)omstandigheden en omvang is per bak een apart beplantingsplan gemaakt. Een forse inspanning, want het gaat om 370 bakken. Het leverde een gedetailleerd beplantingsplan op van zo’n 150 pagina’s. Er zijn 227 bomen en heesters aangeplant (63 soorten), 12.846 vaste planten (155 soorten) en 391 klimplanten (5 soorten).
Voor de beeldvorming een beknopt overzicht van toegepaste vaste planten en siergrassen:
Stachys monnieri ‘Hummelo’
Aster oblongifolius ‘October Skies’
Persicaria amplexicaulis ‘Alba’
Geranium x oxonianum ‘Claridge Druce’
Hosta ‘Blue Angel’
Amsonia ‘Blue Ice’
Kirengeshoma palmata
Sesleria autumnalis
Molinia caerulea ‘Edith Dudszus’
Salvia pratensis ‘Pink Delight’
Deschampsia cespitosa ‘Goldtau’
Carex caryophyllea ‘The Beatles’
Polypodium vulgare
Luzula pilosa ‘Igel’
Sporobolus heterolepis
Bergenia cordifolia
Monarda bradburiana
Liriope muscari ‘Big Blue’
Saponaria x lempergii ‘Max Frei’
Hemerocallis ‘Joan Senior’
De beplanting op de balkons van de appartementen staat in natuurstenen bakken die deel uitmaken van de gevels. Om het beeld van een groene gevel te versterken mag de beplanting over de randen van de bakken heen groeien. Alleen op de bovenste verdiepingen zijn de plantenbakken afgeschermd met glazen wanden. Dit is niet alleen om de wind tegen te houden maar ook voor de veiligheid van de bewoners.
Efficiënte oplossingen
De plantenbakken hebben allemaal verschillende afmetingen en zijn 40, 80 of 120 cm diep, afhankelijk van de beplanting die erin staat maar ook van de draagkracht ter plekke. De opbouw van de ondergrond in de bakken verschilt ook weer per bak maar gebruik is gemaakt van drainagematten voor waterbuffering, filterdoek, eps (piepschuim) en diverse soorten substraat. Hoe dieper de bak, hoe meer piepschuim is gebruikt om het gewicht zo laag mogelijk te houden. Bomen staan in een speciaal, intensief substraat
Via een waterdruppelsysteem dat per verdieping wordt gemonitord, worden de bakken van water voorzien. ‘Het irrigatiesysteem is afgesteld per bak. Sensoren meten de temperatuur en het vochtgehalte in de bak. Deze sensoren zijn gekoppeld aan een beregeningscomputer, zodat we op afstand de bakken in de gaten kunnen houden.’ Reinier van der Beek is werkvoorbereider en calculator bij Wencop Hoveniers. Hij is vanaf het begin van de bouw betrokken geweest bij de aanleg en inrichting van de plantenbakken. Per woontoren en per verdieping is een berekening gemaakt van de benodigde aantallen en soorten planten. Het grote voordeel daarvan was dat als er iets wijzigde in een bak, deze wijziging vrij gemakkelijk kon worden doorgevoerd voor de hele verdieping. ‘Omdat we zo vroeg in het proces betrokken werden, konden we “aan de voorkant” meedenken aan dit soort efficiënte oplossingen.’
Lessons learned rond onderhoud
Wat later in het proces werd ontdekt, is dat de ontwerper niet voldoende rekening had gehouden met de veiligheid van de hoveniers die de plantenbakken van de appartementen moesten vullen en onderhouden. Van der Beek: ‘Vanwege de toch wel risicovolle omstandigheden moest iedere bak door twee mensen worden beplant. Als alpinisten moesten beiden met een harnasgordel gezekerd zijn aan de gevel of de bak. Als de een onverhoopt over de rand ging moest de ander met hem of haar naar het ondergelegen balkon kunnen abseilen. We kwamen erachter dat er in het ontwerp geen ankerpunten waren ingetekend, waaraan de hoveniers zich konden zekeren. Die zijn toen alsnog allemaal opgenomen.’ Voor het hoveniersbedrijf was dit het eerste project waarbij ze met deze extra veiligheidsmaatregelen rekening moesten houden. ‘Hier hebben we, op een positieve manier, veel van geleerd’.
Het onderhoud van de beplanting was niet op alle punten helemaal uitgedacht. Vanwege de grillige gevelstructuur is het niet mogelijk vanaf de buitenkant het onderhoud te doen. ‘Dit moet dus binnendoor, via de appartementen van de bewoners. Op zichzelf is dit geen probleem want zij weten ervan. Ze hebben ervoor getekend ons 1 tot 3 keer per jaar toegang te verschaffen. Maar ja, dan moeten ze wel thuis zijn om open te doen of een sleutel hebben achtergelaten. Het per verdieping langs alle appartementen gaan kost ons zo best veel wachttijd en dat is niet ideaal,’ aldus Van der Beek.
En als de hoveniers dan eenmaal, aangelijnd en wel, aan het werk zijn moeten ze ook de weersomstandigheden in de gaten houden. Als het harder waait dan windkracht 6 mag er maar tot de 6e verdieping worden gewerkt. Die harde wind zorgde overigens nog voor een andere uitdaging: het lichte substraat kon uit de plantenbakken waaien en zorgen voor overlast. Dit was al voorzien in de ontwerpfase en daarom is als oplossing gekozen voor het verlijmen van de bovenste substraatlaag met cellulosepoeder, aangelengd met water. Een prima oplossing die goed werkt. ‘Het is wel een extra onderdeel van het onderhoud geworden. Want het verlijmen moet een paar keer per jaar worden herhaald; de regen lost de lijm immers op.’
Ondanks de uitdagingen kijken Van der Beek en Huls zeer tevreden terug op het project. Huls benoemt de prettige samenwerking met het bouwteam en andere onderaannemers. Over de samenwerking met Piet Oudolf, waarmee het landschapsarchitectenbureau vaker zaken doet, zegt hij: ‘Je moet Piet gewoon zijn gang laten gaan, dat levert de mooiste beplantingsplannen op.’ Van der Beek denkt met trots terug aan het project: ‘Het was en is een prachtige klus en ik kom er telkens graag om te kijken hoe het met het onderhoud gaat.’
Foto’s (c) Ossip van Duivenbode
- Locatie: Valley, Zuidas Amsterdam
- Opdrachtgever: Edge, Amsterdam
- Architect: MVRDV, Rotterdam
- Functies: woningen, bedrijven, restaurants, winkels en culturele voorzieningen
- Openbaar gebied: t/m de 6e verdieping
- Hoofdaannemers: bouwcombinatie Valley Amsterdam, bestaande uit G&S Bouw B.V., Amsterdam en Boele & Van Eesteren B.V., Rijswijk
- Landschappelijk ontwerp: Deltavormgroep, Utrecht i.s.m. Piet Oudolf, Hummelo
- Technische advisering groenaanleg: Deltavormgroep, Utrecht
- Groenaanleg en onderhoud: Wencop Hoveniers, Barneveld
- Leveranciers beplanting: diverse, tevens uit eigen kwekerij Wencop Hoveniers
- Omvang beplanting: 370 plantenbakken verdeeld over 26 verdiepingen
- Realisatie groen: 2021/2022
De grillige vormgeving van het gebouw Valley is een eigenzinnige aanwinst voor de Amsterdamse Zuidas. Deze stadswijk is het grootste zakencentrum van Nederland, met een hoge dichtheid aan kantoorgebouwen. Vanwege de strategische ligging, nabij Schiphol en de binnenstad, wil de gemeente Amsterdam het gebied verder ontwikkelen. In de Visie Zuidas uit 2016 wordt niet enkel ingezet op het versterken van de (internationale) bedrijvenlocatie maar ook op het aantrekken van bewoners. De Zuidas moet naast zakendistrict ook een levendige woonwijk worden, met ruimte voor groen en water. Valley, een buitengewoon complex met kantoren en woongebouwen, combineert als het ware deze ambities.
Want wat Valley ook buitengewoon maakt is de prominente rol van beplanting aan de buitenkant van het gebouw. Gevarieerd groen aan de gevels eist de aandacht op: in de plantenbakken op de balkons, langs de trappartijen en op de binnentuinen op de vierde en vijfde verdieping.
We spraken met Michiel Huls, landschapsontwerper bij Deltavormgroep en Reinier van der Beek, projectleider en werkvoorbereider bij Wencop Hoveniers over het groenontwerp, de beplanting en de uitdagingen bij de aanleg en het onderhoud.
Computermodellen en digitale simulaties
Het architectenbureau MVRDV heeft Valley ontworpen en omschrijft het als een gebouw met meerdere gezichten. ‘De buitenkant van het gebouw heeft een schil van glad spiegelglas, die past in de context van het zakendistrict. Binnen dit omhulsel heeft het een heel andere, meer uitnodigende natuurlijke uitstraling, alsof het glazen blok is afgebrokkeld om binnenin ruige rotswanden te onthullen vol met natuursteen en groen.’ (mvrdv.com/projects/233/valley)
Het ontwerp van Valley is aan de hand van computermodellen en digitale simulaties uitgewerkt. Voor ieder appartement is uitgerekend wat de ideale ligging is, wat betreft geluidswering, daglicht, zonuren, uitzicht, terras en privacy. Deze innovatieve aanpak (parametrisch ontwerpen) heeft geleid tot 196 appartementen die qua ligging, oppervlakte en indeling allemaal van elkaar verschillen. De digitale techniek is doorgezet naar de verspringende gevels van de woontorens, waarin honderden unieke plantenbakken zijn geïntegreerd.
De bouw van Valley startte in 2017 en nam vier jaar in beslag. Vanaf de begane grond tot en met de 7e verdieping zijn kantoren, cultuurinstellingen, bedrijven en horeca gevestigd. Vanaf de 8e verdieping beginnen de woonlagen. Valley omvat 196 appartementen, verdeeld over drie torens die respectievelijk 67, 81 en 100 meter hoog zijn. De hoogste toren telt 27 verdiepingen. Ondergronds is een 3-laagse parkeergarage met ruimte voor 375 auto’s en 1850 fietsen.
De eerste bewoners en ondernemers namen eind 2021 hun intrek in het complex en in september 2022 was het volledig open.
Zigzaggend langs bos en bloeiende hellingen
Als je door je oogharen naar Valley kijkt, doet de ruimte tussen de woontorens denken aan een bloeiende vallei. Dit komt door de grillig aandoende natuurstenen gevels en het vele en gevarieerde groen dat in de gevels is geïntegreerd. ‘Dat is ook precies de reden waarom het gebouw Valley heet’. Aan het woord is Michiel Huls, landschapsontwerper bij Deltavormgroep. ‘Bezoekers kunnen via de natuurstenen trappen langs bloeiende hellingen zigzaggend omhoog lopen naar het centrumgebied van het complex, de ‘vallei’, op de 4e en 5e verdieping. We noemen dit ook wel de boszone, omdat de beplanting hier hoger en dichter is.’ Hier staan, naast vaste planten en siergrassen, forsere bomen en heesters met verschillende bladkleuren, vormen en bloeiwijzen. Te denken valt aan boomsoorten als Magnolia soulangeana, Liquidambar styraciflua, Pinus sylvestris en Nothofagus antarctica. Heesters die daar zijn aangeplant zijn onder meer Euonymus planipes, Paeonia lutea var. Ludlowii en Hamamelis x intermedia ‘Diane’.
Naast groen is ook gedacht aan water. In de vallei liggen twee grote dakramen die tevens dienst doen als ondiepe vijvers van in totaal 250m2. Huls: ‘Het groen en het water bieden tijdens zonnige en warme dagen verkoeling en schaduw en maken de vallei tot een prettige ontmoetingsplek.’ Hij voegt toe dat de 1e t/m de 6 verdieping openbaar toegankelijk zijn. ‘Iedereen kan daar van de beplanting en het uitzicht genieten.’
De matrix van Piet Oudolf
Voor het groenontwerp en beplantingsplan heeft de vermaarde landschapsarchitect Piet Oudolf getekend, waarbij hij heeft samengewerkt met het bureau van Huls. ‘De opbouw van het ontwerp volgt de vorm van het gebouw. Op de lagere verdiepingen (1 t/m 6) is de beplanting, met name de bomen en heesters, bossiger en zijn grotere formaten aangeplant. Hoe hoger de standplaats, hoe lager de beplanting.’ Vanaf de 7e verdieping staan, tussen de voor Oudolf kenmerkende vaste planten en siergrassen, ook bomen en struiken maar die blijven lager. Bovendien waren ze bij aanplant kleiner, zodat ze eerst goed kunnen wortelen. Er is gekozen om voornamelijk meerstammige bomen aan te planten, omdat deze beter bestand zijn tegen harde wind. De “boomgrens” ligt vanaf de 11e verdieping. Daarboven bestaat de beplanting uit heesters (onder andere diverse cornus- en salixsoorten), vaste planten en siergrassen. ‘Gekozen is voor sterke soorten, die bestand zijn tegen de zwaardere weersinvloeden, zoals de wind’, aldus Huls.
In alle gevallen zijn soorten geselecteerd die passen bij de uitstraling van het gebouw, rekening houdend met factoren als zonlicht, temperatuur, wind en onderhoud. Hiertoe heeft Oudolf een matrix ontwikkeld, waarin vaste combinaties worden afgewisseld met gevarieerde (solitaire) soorten, zodat voor elke locatie in het complex de juiste planten konden worden geselecteerd. Huls: ‘De uiteenlopende kleuren, vormen en bloeitijden zorgen jaarrond voor een mooi beeld. Dit is kenmerkend voor de ontwerpen van Piet Oudolf: hij selecteert soorten die ook in de herfst en winter een fraai en interessant beeld geven. Zoals hij zelf zegt, “bruin is ook een kleur”.’
Voor elke bak een beplantingsplan
Vanwege de grote verscheidenheid aan locaties van de plantenbakken (verdeeld over drie woontorens en 27 verdiepingen), de (groei)omstandigheden en omvang is per bak een apart beplantingsplan gemaakt. Een forse inspanning, want het gaat om 370 bakken. Het leverde een gedetailleerd beplantingsplan op van zo’n 150 pagina’s. Er zijn 227 bomen en heesters aangeplant (63 soorten), 12.846 vaste planten (155 soorten) en 391 klimplanten (5 soorten).
Voor de beeldvorming een beknopt overzicht van toegepaste vaste planten en siergrassen:
Stachys monnieri ‘Hummelo’
Aster oblongifolius ‘October Skies’
Persicaria amplexicaulis ‘Alba’
Geranium x oxonianum ‘Claridge Druce’
Hosta ‘Blue Angel’
Amsonia ‘Blue Ice’
Kirengeshoma palmata
Sesleria autumnalis
Molinia caerulea ‘Edith Dudszus’
Salvia pratensis ‘Pink Delight’
Deschampsia cespitosa ‘Goldtau’
Carex caryophyllea ‘The Beatles’
Polypodium vulgare
Luzula pilosa ‘Igel’
Sporobolus heterolepis
Bergenia cordifolia
Monarda bradburiana
Liriope muscari ‘Big Blue’
Saponaria x lempergii ‘Max Frei’
Hemerocallis ‘Joan Senior’
De beplanting op de balkons van de appartementen staat in natuurstenen bakken die deel uitmaken van de gevels. Om het beeld van een groene gevel te versterken mag de beplanting over de randen van de bakken heen groeien. Alleen op de bovenste verdiepingen zijn de plantenbakken afgeschermd met glazen wanden. Dit is niet alleen om de wind tegen te houden maar ook voor de veiligheid van de bewoners.
Efficiënte oplossingen
De plantenbakken hebben allemaal verschillende afmetingen en zijn 40, 80 of 120 cm diep, afhankelijk van de beplanting die erin staat maar ook van de draagkracht ter plekke. De opbouw van de ondergrond in de bakken verschilt ook weer per bak maar gebruik is gemaakt van drainagematten voor waterbuffering, filterdoek, eps (piepschuim) en diverse soorten substraat. Hoe dieper de bak, hoe meer piepschuim is gebruikt om het gewicht zo laag mogelijk te houden. Bomen staan in een speciaal, intensief substraat
Via een waterdruppelsysteem dat per verdieping wordt gemonitord, worden de bakken van water voorzien. ‘Het irrigatiesysteem is afgesteld per bak. Sensoren meten de temperatuur en het vochtgehalte in de bak. Deze sensoren zijn gekoppeld aan een beregeningscomputer, zodat we op afstand de bakken in de gaten kunnen houden.’ Reinier van der Beek is werkvoorbereider en calculator bij Wencop Hoveniers. Hij is vanaf het begin van de bouw betrokken geweest bij de aanleg en inrichting van de plantenbakken. Per woontoren en per verdieping is een berekening gemaakt van de benodigde aantallen en soorten planten. Het grote voordeel daarvan was dat als er iets wijzigde in een bak, deze wijziging vrij gemakkelijk kon worden doorgevoerd voor de hele verdieping. ‘Omdat we zo vroeg in het proces betrokken werden, konden we “aan de voorkant” meedenken aan dit soort efficiënte oplossingen.’
Lessons learned rond onderhoud
Wat later in het proces werd ontdekt, is dat de ontwerper niet voldoende rekening had gehouden met de veiligheid van de hoveniers die de plantenbakken van de appartementen moesten vullen en onderhouden. Van der Beek: ‘Vanwege de toch wel risicovolle omstandigheden moest iedere bak door twee mensen worden beplant. Als alpinisten moesten beiden met een harnasgordel gezekerd zijn aan de gevel of de bak. Als de een onverhoopt over de rand ging moest de ander met hem of haar naar het ondergelegen balkon kunnen abseilen. We kwamen erachter dat er in het ontwerp geen ankerpunten waren ingetekend, waaraan de hoveniers zich konden zekeren. Die zijn toen alsnog allemaal opgenomen.’ Voor het hoveniersbedrijf was dit het eerste project waarbij ze met deze extra veiligheidsmaatregelen rekening moesten houden. ‘Hier hebben we, op een positieve manier, veel van geleerd’.
Het onderhoud van de beplanting was niet op alle punten helemaal uitgedacht. Vanwege de grillige gevelstructuur is het niet mogelijk vanaf de buitenkant het onderhoud te doen. ‘Dit moet dus binnendoor, via de appartementen van de bewoners. Op zichzelf is dit geen probleem want zij weten ervan. Ze hebben ervoor getekend ons 1 tot 3 keer per jaar toegang te verschaffen. Maar ja, dan moeten ze wel thuis zijn om open te doen of een sleutel hebben achtergelaten. Het per verdieping langs alle appartementen gaan kost ons zo best veel wachttijd en dat is niet ideaal,’ aldus Van der Beek.
En als de hoveniers dan eenmaal, aangelijnd en wel, aan het werk zijn moeten ze ook de weersomstandigheden in de gaten houden. Als het harder waait dan windkracht 6 mag er maar tot de 6e verdieping worden gewerkt. Die harde wind zorgde overigens nog voor een andere uitdaging: het lichte substraat kon uit de plantenbakken waaien en zorgen voor overlast. Dit was al voorzien in de ontwerpfase en daarom is als oplossing gekozen voor het verlijmen van de bovenste substraatlaag met cellulosepoeder, aangelengd met water. Een prima oplossing die goed werkt. ‘Het is wel een extra onderdeel van het onderhoud geworden. Want het verlijmen moet een paar keer per jaar worden herhaald; de regen lost de lijm immers op.’
Ondanks de uitdagingen kijken Van der Beek en Huls zeer tevreden terug op het project. Huls benoemt de prettige samenwerking met het bouwteam en andere onderaannemers. Over de samenwerking met Piet Oudolf, waarmee het landschapsarchitectenbureau vaker zaken doet, zegt hij: ‘Je moet Piet gewoon zijn gang laten gaan, dat levert de mooiste beplantingsplannen op.’ Van der Beek denkt met trots terug aan het project: ‘Het was en is een prachtige klus en ik kom er telkens graag om te kijken hoe het met het onderhoud gaat.’
Foto’s (c) Ossip van Duivenbode