skip to Main Content
Terugblik inspiratiebijeenkomst Almere

Terugblik inspiratiebijeenkomst Almere

image
25.4.2022

Tempo maken met natuur inclusieve stadsontwikkeling
Hoe zorgen we ervoor dat onze steden leefbaar blijven, bestand zijn tegen klimaatverandering en bijdragen aan de biodiversiteit?  Uit de bijdragen van sprekers tijdens de derde kennisbijeenkomst van Green Cities Europe op 7 april jl. blijkt dat het toepassen van groen hierbij een cruciale rol vervult.

Het bewustzijn bij bestuurders, bouwers en beleidsmakers dat groen een positieve werking heeft op het welzijn en de gezondheid van mensen is de laatste jaren toegenomen. Daarnaast is er het besef dat klimaatverandering vergaande gevolgen kan hebben voor de leefbaarheid van steden. Een derde grote opgave waar steeds meer aandacht voor is, is het stoppen van het verlies aan biodiversiteit.

In dit artikel laat Green Cities Europe drie deskundigen aan het woord die deze vraagstukken ieder vanuit zijn/haar functie oppakken.

Door: Marion Lijmbach
Om te beginnen Gideon Spanjar, lector Innovatie en Groenstedelijke ruimte aan de Aeres Hogeschool in Almere. Een van de onderzoeken die hij leidt is die naar het terugdringen van de gevoelstemperatuur, of Physiological Equivalent Temperature (PET), in steden. Daar kan het tijdens warme zomers drie tot vier graden warmer zijn dan erbuiten. Deze hitte komt binnen via de luchttemperatuur, weerkaatsing van de zon van gebouwen, de luchtvochtigheidsgraad en de wind. Hitte kan leiden tot gezondheidsproblemen bij kwetsbare groepen (ouderen en zieken) maar ook tot gedragsverandering. ‘Mensen komen bijvoorbeeld niet naar de stad om te winkelen als het daar te warm is. Of laten de fiets staan en pakken de auto om zich binnen de stad te bewegen’, aldus Spanjar. Een te hoge gevoelstemperatuur in stedelijk gebied levert dus niet alleen gezondheidsproblemen op maar beïnvloedt ook de lokale economie. ‘Het is dus van belang om maatregelen te nemen die de gevoelstemperatuur in steden omlaag krijgen. Uit een proef in Breda bleek dat de aanplant van bomen het meest effectief is. Hiermee kan de gevoelstemperatuur afnemen van 0,5 tot 19 ˚C. Maar ook ingrepen als het aanbrengen van schaduwdoeken, groene gevels, fonteinen en gras brengen verkoeling.’ Spanjar geeft hierbij wel als advies om niet alleen te kijken naar de soort maatregel maar ook naar het type ruimte, de gebruikersgroep(en), de gewenste intensiteit van de verkoeling en naar het effect op de natuur.

Daarnaast haalt hij het probleem aan van het verlies aan biodiversiteit. ‘In Nederland is nog maar 15% over van het aantal soorten insecten ten opzichte van 1900. Om deze neerwaartse trend te stoppen is het nodig de afname tegen te gaan, de bestaande soorten te behouden en in te zetten op een transformatie van productie en consumptie. Een grote opgave die stapsgewijs aangepakt moet worden. Het naar ‘binnen’ halen van de natuur is een van de vele mogelijkheden om de biodiversiteit te vergroten.’ Om hier meer onderzoek naar te doen is Aeres Hogeschool begin 2021 het project Rewilding Stepping Stones gestart. Onderzocht wordt hoe via zogeheten stepping stones de natuur de stad in kan worden gebracht. Daartoe zijn als proef in het centrum van Almere enkele ‘stapstenen’ geplaatst, zoals bakken van gerecycled hout gevuld met inheemse beplanting. Opvallend was, aldus Spanjar, dat de beplanting in die bakken al snel insecten aantrok.

De ambities van bouwers, gemeenten en ontwikkelaars moeten echter veel groter zijn. Spanjar hamert erop dat een integrale benadering noodzakelijk is. Hij heeft het dan over natuurinclusieve stads- of gebiedsontwikkeling. ‘Het belang van natuurinclusieve gebiedsontwikkeling met gebruik van biobased bouwmaterialen en een natuurlijk vergroend stedelijk leefgebied is groot. Het is zelfs cruciaal om biodiversiteitsverlies en klimaatverandering tegen te gaan en de leefbaarheid van stedelijke gebieden te verbeteren.’  Natuurinclusieve gebiedsontwikkeling zou daarom volgens hem op grotere schaal en sneller toegepast moeten worden in ons land.

De gemeente Almere lijkt hier gehoor aan te geven met het project Excellente groene en gezonde leefomgeving (PEGGL). Linda Rijnboutt-Blaas, beleidsadviseur landschap en stedenbouw bij de gemeente Almere, licht dit project toe. ‘PEGGL heeft twee doelen: het aanpakken van klimaatverandering en het verbeteren van de gezondheid van Almeerse burgers.’ Samen met Aeres Hogeschool en de GGD Flevoland onderzoekt de gemeente welke maatregelen en ingrepen hiervoor nodig zijn. Ter vergroting van het draagvlak worden ook de burgers zelf, (zorg) professionals, scholen en organisaties erbij betrokken. Het project bevindt zich in de beginfase en loopt nog tot 2025.

Theorie en praktijk worden gecombineerd in PEGGL. Inmiddels zijn er vier deelprojecten aangewezen; plekken in de stad waar concrete toepassingen worden gedaan. Ieder deelproject heeft zijn eigen doelgroep. Zo wordt in een gebied gekeken hoe jonge kinderen kunnen worden gestimuleerd om naar buiten te gaan, bijvoorbeeld met de aanleg van een natuurlijke speelplek. Een ander deelproject onderzoekt welke ingrepen in de buitenruimte geschikt zijn voor ouderen (comfortabele verblijfsplekken) zodat ook zij verleid worden om vaker naar buiten te gaan. Voor volwassenen kijkt de gemeente of er grotere groene structuren ontwikkeld kunnen worden om zo het aangenamer te maken om te fietsen. In het stationsgebied ten slotte focust de aandacht zich op de jongvolwassenen die daar komen te wonen. Hoe kunnen zij gestimuleerd worden om meer naar buiten te gaan? Rijnboutt-Blaas: ‘We denken dan bijvoorbeeld aan een groene wandelcorridor, in combinatie met hotspots waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten, kunnen sporten. Deze corridor kan zich uitstrekken tot de stadsgrenzen en zo een verbinding maken met de grotere groengebieden buiten de stad.’

Er is nog voldoende werk aan de winkel voor Almere: uit gegevens van Cobra Groeninzicht blijkt dat de tuinstad nog een vrij hoge versteningsgraad heeft. Dirk Voets, Specialist Remote Sensing & GIS bij Cobra Groeninzicht kan deze gegevens naar boven halen omdat hij en zijn team alle tuinen van Nederland, zo’n 6,8 miljoen in getal, in kaart brengen. Onder andere met luchtfoto’s en drones kan van iedere tuin worden bepaald waar vegetatie is en waar niet. Door de hoge resolutie van deze luchtfoto’s kan zelfs gedetailleerd in kaart worden gebracht wat de oppervlaktevegetatie is in iedere tuin. Voets: ‘Zo krijgen we ook inzichtelijk waar het groen ontbreekt en kunnen we de versteningsgraad van tuinen uitlichten’.

Dit project voeren ze uit in opdracht van de Stichting Steenbreek, die de data kan inzetten voor campagnes om de Nederlandse tuinen te vergroenen. Bovendien zijn de gegevens interessant voor alle gemeenten die met de transitie naar een klimaatbestendige leefomgeving bezig zijn. ‘Gemeenten die zijn aangesloten bij de Stichting Steenbreek kunnen deze kaart gebruiken kunnen gerichter te werk gaan, bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met woningcorporaties’, aldus Voets. ‘Uit de data blijkt namelijk dat vooral de tuinen bij huizen van woningcorporaties erg stenig zijn.’

Zo blijkt maar weer dat het bewustzijn en besef met betrekking tot het belang van groen goede eerste stappen zijn maar dat er nog een lange weg te gaan is voordat natuurinclusief bouwen gemeengoed is. De klimaatverandering en het verlies van biodiversiteit wachten hier echter niet op.

Back To Top
The Green City uses Googles cookies and scripts to analyse your use of our website anonymously, so we can customise its functionality and effectiveness and display advertisements. We also use Facebook, Twitter, LinkedIn and Google cookies and scripts, with your consent, to enable social media integration on our website. If you wish to change which cookies and scripts we use, you can alter your settings below.
Annuleren