Harvard professor Edward O. Wilson is een vooraanstaand Amerikaans bioloog die maar liefst twee maal de Pulitzer prijs won, het boek ‘The Diversity of Life’ publiceerde en maar liefst 400 nieuwe mierensoorten ontdekte en beschreef.
In 1993 publiceerde hij zijn boek ‘Biophilia’. Hij betoogt daarin dat onze liefde voor natuur is aangeboren. Volgens Wilson zoekt de mens vanuit een innerlijke drang verbinding met zijn leefomgeving en met andere vormen van leven. Volgens hem is de liefde van mensen voor natuur het resultaat van een evolutieproces dat zich voltrok in de tijd – ca. 300.000 jaar geleden – dat de eerste mensen in de Oost-Afrikaanse savannes leefden. Zijn hypothese wordt ondersteund door onderzoek waaruit blijkt dat mensen nu nog een sterke voorkeur hebben voor halfopen, savanneachtig landschap. Ooit was het een omgeving waarin ze konden jagen, schuilen en wonen.
Ook het omgekeerde van onze gevoelde liefde voor natuur – angst daarvoor – kan genetisch worden verklaard. Diepgewortelde angst voor slangen en spinnen en de heftige reactie daarop bijvoorbeeld, lijkt aangeboren. Onderzoek toont aan dat messen, vuurwapens en auto’s – die veel bedreigender zijn dan spinnen en slangen – een veel minder diepe en heftige reactie oproepen. Terug naar het idee van biofilie: het blijkt dat mensen liever naar een groene en/of waterrijke omgeving kijken dan naar betonnen en glazen gebouwen. In de taalontwikkeling, in verhalen en mythes spelen natuurlijke symbolen als dieren een grote rol. Wilsons hypothese geeft sterke argumenten voor het behouden en bevorderen van biodiversiteit. Ons welbevinden is in het geding als we nog verder vervreemd raken van natuurlijk groen.
Stadsmensen
In de westerse wereld werkt en woont binnenkort 80% van de mensen in een stedelijke omgeving en is de natuur ver te zoeken. De innerlijke behoefte aan natuur kan niet worden vervuld en maakt mensen letterlijk ziek, zo betoogt Wilson. Voorlopers van het huidige begrip De Groene Stad spraken hem bijzonder aan. Hij was niet alleen een eminent bioloog die tientallen jaren aan Harvard doceerde en veel publiceerde, maar ook een groot voorvechter van natuurbescherming.
De architectuur van het leven
De noties uit het boek Biophilia zijn opgepikt door Stephen Kellert. Deze docent op Yale paste de ideeën van Wilson toe op architectuur. Hij wilde ontwerpen vanuit het idee dat mensen van nature affiniteit hebben met natuur. Het leidt tot omgevingen waar mensen zich thuis en prettig voelen. Volgens de ontwerpers is dat essentieel voor het menselijk welzijn en gezondheid. De gebouwde omgeving zou moeten bijdragen aan het versterken van de band tussen mens en natuur. Biofiel design brengt natuur op plaatsen waar ze niet vanzelfsprekend aanwezig is zoals scholen, kantoren, zorginstellingen enz. Kellert noemt de gebouwen die op basis van deze filosofie zijn ontworpen ‘levende gebouwen’.
Een paar principes van biofiel design
- Zintuiglijk en fysiek contact met de natuur, bijvoorbeeld via de aanwezigheid van levend groen, daglicht, water, natuurlijke luchtstromen, geuren en geluiden.
- De aanwezigheid van natuurlijke analogieën.
- Natuurlijke beleving van de ruimte.
Het gaat om doordachte architectuur, het gebruik van natuurlijke materialen, daglicht en groen binnen en buiten. Het leidende idee is dat een omgeving helend kan zijn en kan bijdragen aan kwaliteit van leven.
De Groene Stad
Het is fascinerend om te zien hoe de ideeën van mensen als Wilson en Kellert in enkele tientallen jaren zijn geëvolueerd en wereldwijd navolging hebben gevonden. Het is ook een beetje het lot van voorlopers: hun originele ideeën lijken tientallen jaren later ‘heel gewoon’. We vinden de noties van Wilson en Kellert terug in De Groene Stad. Ze zijn in de loop van de jaren veel meer uitgewerkt in verschillende thema’s. Ook is er veel meer ervaring met de toepassing van het Groene Stad-denken op praktisch niveau. We zijn inmiddels zover dat de uitgangspunten zijn geïnternaliseerd bij beleidsmakers, stedenplanners, architecten en opdrachtgevers. De vraag is niet langer óf groen een belangrijk uitgangspunt is, maar hoe je dat vormgeeft in de praktijk. Dat is een grote stap vooruit. En ja, er waren meer groene voorlopers zoals Wilson en Kellert, maar zeker is dat ze een flinke impuls hebben gegeven aan het stimuleren van groen denken en handelen.